Wiek Röling:
“Via een besloten prijsvraag zijn drie paviljoenplannen uitgekozen voor realisering bij de beeldententoonstelling Sonsbeek 1986.
De vraag was een kasachtige ruimte voor de uitstalling van kwetsbare beelden. Ik koos voor een plek op het water omdat het in het park Sonsbeek (behalve die van het huis zelf) de enige ruimtelijke plek was.
De bodem van de vijver liet geen fundering toe; daarom liet ik het paviljoen drijven als een catamaran met een binnenwater. De natuurlijk noodzakelijke leuningen dienden om afstand te bewaren tot de kunst en om te kunnen leunen bij beschouwing ervan.
Door de verschillende niveaus konden de beelden uit verscheidene gezichtshoeken worden bekeken. Het paviljoen was half zo hoog als breed. Daardoor vormde het op het spiegelende watervlak een volledige kubus.”